Intermittent fasting of intermitterend vasten, misschien heb je er wel eens van gehoord. Intermittent fasting betekent letterlijk ‘periodiek vasten’ en houdt in dat je een bepaalde periode niet eet. Het wordt vaak aangeraden als goede manier om gewicht te verliezen, maar wist je dat het ook heel goed is voor je gezondheid? De komende tijd nemen we je in een drieluik van artikelen mee in de gezondheidsvoordelen van intermittent fasting.

Overvloed versus schaarste

We leven in een rijk land. Veel mensen die hier wonen hebben vrijwel altijd een goed gevulde koelkast en komen geen voeding of voedingsstoffen tekort. We eten eigenlijk de hele dag door. Maar heb je wel eens een natuurfilm gezien? Daarin zie je dat het leven eigenlijk bestaat uit periodes van overvloed en schaarste, droogte en veel regenval. Al die dingen horen bij de seizoenen en bij het leven, maar wij hebben eigenlijk nooit meer te maken met schaarste. Daardoor raken we langzaam overvoerd.

Het gevolg daarvan is dat ons lichaam zoveel stoffen binnenkrijgt, dat het onze cellen niet meer lukt om allerlei restproducten op te ruimen. Vergelijk het maar eens met een huis: als je elke keer dat je binnenkomt een nieuwe doos oud papier in je gang zet, wordt het mettertijd steeds lastiger om je weg te vinden in je huis. Dat is eigenlijk ook wat er in je cellen gebeurt als deze nooit schaarste ervaren.

Als je cellen energie vrij willen maken, halen ze de stoffen daarvoor uit je bloedbaan. Als de energie is vrijgekomen, is er een deel reststof. Deze reststof gooit je cel als het ware in de hoek, om vervolgens weer nieuwe stoffen te halen. Hierdoor krijg je een ophoping van reststoffen. De cel heeft dan op een gegeven moment zoveel rommel in de eigen ruimte, dat hij magnesium en andere belangrijke mineralen niet meer kan vinden. Hij stuurt dan een signaal naar het brein dat er een tekort is. Als mens krijg je dan de prikkel dat je moet eten.

Intermittent fasting: minder prikkels, meer tijd om op te ruimen

Door de overvloed die wij hier kennen, raken we eigenlijk overvoerd. Onze cellen geven onze hersenen het signaal dat we moeten eten, maar eigenlijk is dat helemaal niet nodig. De juiste stoffen zitten gewoon in je lichaam, maar er is zoveel rommel ontstaan dat je cellen de juiste stoffen niet meer kunnen vinden. Het goede van intermittent fasting is dan ook dat je je cel de tijd geeft om de restproducten op te gebruiken.

Je bloedbaan raakt pas leeg als je langer dan 13/14 uur geleden voor het laatst hebt gegeten. Dan pas ontstaat er een bepaalde schaarste. Daarom is het goed om 16 tot 18 uur te vasten en 6 tot 8 uur te eten. Zo krijgt je cel elke dag de tijd om een paar ‘dozen met oude kranten’ op te ruimen en zichzelf te reinigen. Als je cellen dan vervolgens weer schoon zijn, lukt het veel beter om de juiste stoffen te vinden.

Meer weten?

Wil je meer weten over intermittent fasting, de gezondheidsvoordelen en/of hoe je intermittent fasting zelf het beste aan kunt pakken? Binnenkort delen we deel 2 en 3 van deze blogreeks, maar je kunt natuurlijk ook altijd contact met ons opnemen. We helpen je graag en zijn er altijd voor je om advies te geven!